U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | Nogmaals: creativiteit
Nogmaals: creativiteit
MET GROTE INSTEMMING heb ik in het vorige nummer het artikel van John Anders over "Waarden en normen" gelezen. John heeft volkomen gelijk: in ons artiestenwereldje wordt veel te veel ontleend, gekopieerd, zeg maar ronduit gestolen en wordt veel te weinig echte creativiteit ontwikkeld.Nu is het begrip plagiaat al zo oud als de wereld. Lang voordat Adriaan van Dis in één van zijn recente boeken brutaalweg een stuk tekst letterlijk van een andere auteur "overnam", was dit soort geestelijke diefstal onder schrijvers al schering en inslag. Van Shakespeare tot Goethe, van Vondel tot Multatuli, vrijwel alle grootheden in de literatuur hebben regelmatig leentjebuur gespeeld; men leze het amusante boek "Opmars der plagiatoren" van Hans van Straten er maar eens op na. In andere kunstvormen - muziek met name - laat men zich eveneens nogal eens inspireren door het geestelijk eigendom van vakgenoten. Ook in onze eigen branche, de showbusiness, is het met de moraal vaak droevig gesteld. Het grote probleem zit hem daarin, dat het in de praktijk bijzonder moeilijk is ideeën juridisch waterdicht te beschermen. Wie heeft het auteursrecht van een bepaalde grap, een gag, een sketch, een goocheltruc? Het is triest, maar waar: wie zijn auto niet kan afsluiten, wordt vroeger of later bestolen en wie zijn originele gedachtengoed niet afdoende kan beschermen, raakt zijn ideeën vroeger of later kwijt.
SCHRIJNEND
Het meest schrijnende voorbeeld dat ik ken, betreft de wereldberoemde drie circusclowns Les Fratellini. In de circusbranche is niets moeilijker dan het verzinnen van originele clownsentrees, maar de Fratellini's waren juist daarin ware meesters. Elk winterseizoen presenteerden ze in Cirque Medrano twee of drie gloednieuwe vondsten op dat gebied. Wat deden destijds alle andere circusclowns in Europa? Ze reisden jaarlijks met hun notitieboekjes naar Parijs en kopieerden alles wat ze zagen. Het gevolg was, dat toen de Fratellini's zelf in 1936 een uitgebreide wereldtournee maakten, ze in elk land dezelfde kritiek te lezen kregen: "Schande dat de fameuze Fratellini's niets anders te bieden hebben dan oude, versleten nummers. Hoe durven ze ons al die ouwe koek voor te zetten!"Spreken we nu over ons eigen vakgebied, het goochelen. Terecht wijst John Anders er in zijn artikel op dat de trucs zelf beschouwd zouden moeten worden als ruw materiaal, waarvan de artiest dan door eigen creatieve inbreng echte goochelkunst moet zien te maken. Nu liggen hier een paar voetangels en klemmen op de loer. Er bestaan namelijk tal van trucs en illusies, waar je heel weinig van je eigen creativiteit in kwijt kunt. Neem eens zo'n effect als de Zig-Zag-illusie. Die truc bestaat uit een groot aantal handelingen, die je allemaal in snel tempo dient uit te voeren. Wat kun je daar nu van jezelf in leggen? Hooguit een apart begeleidingsmuziekje kiezen, eventueel het apparaat in een ander kleurtje overschilderen, maar dan heb je het ook wel zo'n beetje gehad. Voor een lekenpubliek zijn al die zig-zag-kasten overbekende, voorspelbare en daardoor in feite oervervelende vertoningen. Zoek bij het samenstellen van een repertoire dus bij voorkeur trucs uit die wél alle mogelijkheden bieden er een persoonlijk accent aan te geven. Een mode-effect was jarenlang de Zombie; ik herinner me een congres met twintig Zombies in drie dagen. Ook voor een Iekenpubliek langzamerhand een versleten effect. Alleen een artiest die er een eigen stempel op weet te drukken, kan zijn publiek boeien. Bij die Zombie denk ik dan aan Norm Nielsen, Jeroen van Luit, Hans Klok en nog enkele anderen.
Een paar maal al is het woord "lekenpubliek" gevallen. Wij goochelaars vergeten maar al te vaak dat een leek nauwelijks verschil ziet in bijvoorbeeld de verschillende ringspelroutines die er zijn. Natuurlijk waarderen ze de elegante presentatie van een Richard Ross of een Frédéric, maar ze zijn precies zo verbluft wanneer de truc vertoond wordt door een pure beginneling in het vak. Voor een leek blijft het wonder hetzelfde: hoe komen die ringen in en uit elkaar? Al die prachtige manipulaties en grepen, waar collega's zo van genieten - het zegt een leek helemaal niets. Om zo'n ringentruc echt "op te frissen" moet je wel een paar originele ideeën toevoegen, zoals onder meer Gus Wilson dat heeft gedaan.
Een ander beproefd middel om standaardtrucs in een nieuw jasje te steken, is even simpel als sluw: je verandert gewoon de voorwerpen waarmee je de truc doet. Een voorbeeld. Zowel tijdens congressen als daarbuiten zie je tot vervelens toe stukken touw doorknippen en weer heel maken. Je moet wel de klasse van een Tabary hebben om daar nog echt een publiek mee te verbluffen. Maar zodra je in plaats van zo'n stuk touw iets anders doorknipt, wordt de hele truc gloednieuw: een geleende stropdas, een opgepompte fietsband of wat dan ook - als het maar niet dat eeuwige witte goochelkoord is.
Nog een voorbeeld. De Deense manipulator Viggo Jahn had ooit het gouden idee de bekende houten vingerhoeden te vervangen door iets grotere witte knoppen van wandelstokken. Zijn techniek was vooral gebaseerd op de oude vingerhoedroutine, maar door zijn creativiteit had hij er een moderne, originele act van gemaakt. Met dat nummer heeft hij een Grand Prix in de wacht gesleept en later heeft hij er de hele wereld mee bereisd.
De verleiding is groot om over dit thema nog bladzijden lang door te gaan. Laat ik echter besluiten met nog eens uitdrukkelijk te onderstrepen wat John Anders in zijn betoog heeft geadviseerd: tracht met alle mogelijke middelen van dat goochelen-volgens-de-gebruiksaanwijzing af te komen. Het toverwoord is creativiteit: die maakt het essentiële verschil uit tussen goochelen en goochelkunst, tussen een trucjes-vertoner en een artiest.
Dick Harris
Dit artikel is gepubliceerd op maandag 30 september 2013 om 08.42 uur en komt uit de Informagie (jaargang 7, nummer 1, september/oktober 1995), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.