U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | Het dier als goochelattribuut
Het dier als goochelattribuut
Goochelen op zich kan een betoverend schouwspel zijn. Maar wat ik mij afvraag: vóór een truc lukt, hoe vaak is het dan al niet fout gegaan? Vóór dat een toverstokje héél uit een prop papier komt, is het wellicht wel tien of twintig keer gebroken en hoeveel jasjes zou het niet gekost hebben, voordat de eerste brandende kaars vlekkeloos uit de binnenzak te voorschijn wordt getoverd?Dus.... vóórdat het konijn en vóórdat de duif... Enfin, u begrijpt het al. Bewondering en pret, terwijl dieren achter de coulissen wellicht gewond of gedood als onbruikbare dingen worden afgedankt.
Een dier als goochelattribuut, een kwelling van heb-ik-jou-daar! Het is soms moeilijk om het begrip "angst" met betrekking tot dieren te hanteren, zonder dit te vergelijken met menselijke angstervaringen. We weten nog steeds niet goed hoe menselijke en dierlijke angst zich onderling verhouden. Ook weten we nog weinig van de uitwerking van de angst bij verschillende diersoorten. Wel kunnen wij ons een vrij accuraat beeld vormen van wat het dier doormaakt door bij voorbeeld bloeddruk en hartslag te meten of op de bewegingen van oren en staart te letten. Ook "gelaatsuitdrukkingen", lichaamshouding en geluiden kunnen ons aanwijzingen geven. In de piste van het circus bij voorbeeld zijn deze uitingen, vooral bij de groep katachtigen, duidelijk waar te nemen. Zij reageren doorgaans op de aanwijzingen van de dompteur door zich sluipend voort te bewegen; buik dicht tegen de grond, de oren plat en vaak luid grommend. Het zijn allemaal signalen die duiden op regelrechte angst. Door frustratie is agressie dan vaak de eerste reactie, wat ook duidelijk te zien is aan de dreigende uithalen van leeuw of tijger naar de uitgestoken zweep van de dompteur. Het publiek echter zal maar al te vaak dit agressieve gedrag van het dier ten onrechte interpreteren als het karakter van het dier en de dompteur des te meer bewonderen om zijn "moed". Een andere categorie lieden die met een buik vol paella van stieregevechten zitten te genieten, of anderen, die, tot de nek toe gevuld met hamburgers, rodeo's bewonderen, irriteert mij mateloos. Of dichter bij huis, landslieden die zich met een zak patat in de hand amuseren met het inhakken op een dode gans.
De natuur kan dan wreed zijn; de tijger eet het lam, de wolf het hert en de vos het konijn. Maar de énige soort die van dit onverbiddelijke gegeven een pleziertje maakt is de mens. Wie echt honger lijdt, mag wat mij betreft een duif jagen en opeten, maar wie met een volle buik geamuseerd naar het hazen knuppelen gaat staan kijken, is voor mij ernstig gestoord. Ook de man die zich de kunst eigen heeft gemaakt een konijn uit zijn hoed te toveren is voor mij geen goochelaar. Hooguit een goochemerd die het welzijn van het dier, door het voor zijn kunsten te gebruiken, ernstig verloochent. En niet begrijpt dat hij met levens en gevoelens speelt die altijd kostbaarder zijn dan het duurste entreekaartje dat voor zijn show is betaald.
P.H. Aansorgh
(Eerder gepubliceerd in het blad Dier van de Dierenbescherming.)
Dit artikel is gepubliceerd op donderdag 15 januari 2015 om 08.42 uur en komt uit de Informagie (jaargang 6, nummer 4, maart/april 1995), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.