U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | FISM '91: de visie van een jurylid
FISM '91: de visie van een jurylid
Het enige Nederlandse jurylid van het FISM-congres was Harry Thiery, die als Di Sato in 1967 de Grand Prix won. Harry is ook vice-voorzitter van de NMU. In dit artikel geeft hij zijn persoonlijke, kritische visie over een aantal facetten van het FISM-congres, met suggesties voor verbeteringen.Het grootste internationale goochelcongres werd van 8 tot en met 13 juli in Laussanne gehouden. Over drie jaar zal dat in Tokyo zijn en daarna misschien in de U.S.A. Vervolgens weer in Europa! Henk Vermeyden was een van de belangrijkste initiatiefnemers die in 1948 een organisatie in het leven riepen de Féderation Internationale des Sociétés Magiques, wij zeggen gewoon FISM, die een internationaal goochelcongres organiseert met een concours waar de besten met prijzen gehonoreerd worden - en de beste van de besten met de Grand Prix. Sinds 1967, toen ondergetekende als Di Sato won, wordt aan de Grand Prix officieel de titel "wereldkampioen" gekoppeld. Voor die tijd werd de winnaar van een Grand Prix door de meeste goochelaars officieus al wereldkampioen genoemd. Tot en met 1991 is het FISM-congres uitsluitend in Europa gehouden met groeiende deelname van niet-Europeanen, zoals o.a. Japanners en Amerikanen. Het is dus niet zo vreemd dat op de FISM-vergadering in Lausanne werd besloten dat de Japanners in 1994 het wereldcongres mogen organiseren. Het dagelijks bestuur van de NMU heeft óók voor Tokio gestemd, hoewel er een tegenkandidaat was: Budapest. Wij zijn van mening dat een in Tokyo gehouden congres het imago "wereldcongres" opvijzelt. Mijn persoonlijke stelling: "Een goed imago van de goochelkunst is een gezonde bodem voor ontspruitend talent."
In het donker modderen
A propos, het imago van onze kunst maakt moeilijke tijden door.Hoe is het mogelijk dat weinig, en in vele landen helemaal niets, door de media over het goochelwereldgebeuren werd bericht? Is onze kunst zo onbelangrijk? Of modderen wij zo graag in het donker? Nee, ik geloof dat onze organisatoren niet professioneel genoeg bezig zijn. Er had een persinformatie klaar moeten liggen die, direct nadat de prijswinnaars bekend waren, de wereld in had gemoeten. Nog beter: vertegenwoordigers van de pers en andere media hadden als bijzonder welkome gasten voor het gala van de prijswinnaars moeten worden uitgenodigd. Een nieuw FISM-statuut zou deze activiteit voor de congresorganisatoren verplicht moeten maken. De huidige statuten zijn ten dele verouderd. Ze moeten worden aangepast. Dit kan alleen op de FISM-vergadering gebeuren, die normaliter maar één keer per drie jaar plaatsvindt. En dan is er te weinig tijd voor discussie.
Doorbraak
Het NMU-bestuur heeft in Lausanne voor een doorbraak gezorgd. Er is een comité benoemd dat de voorstellen van alle FISM-leden schriftelijk gaat verzamelen en zal proberen deze onder één noemer te brengen. Daarna wordt het nieuwe statutenconcept naar de permanente secretaris gestuurd. Zoals in artikel 7 vastgelegd, kan ook schriftelijk worden gestemd. Eric Warlicht heeft zich van Nederlandse zijde voor dit comité gemeld. Ik hoop dat hij het heft in handen neemt, zodat er vóór 1994 statuten zijn die enige wantoestanden van de huidige congressen uit de wereld helpen. Over deze toestanden straks wat meer. Eerst nog een paar besluiten van de FISM-vergadering.Tokyo
Het financiële verslag 88/91 werd geaccepteerd. Ook de contributieverhoging met 50%. Sinds 1973 had er geen aanpassing meer plaatsgehad. Op onze NMU-begroting zal het echter geen merkbare invloed hebben. Als nieuw lid werd Nieuw-Zeeland afgewezen, wegens onvoldoende bekendheid. Aangenomen werden nieuwe leden uit Columbia, Zuid Afrika en Brazilië. Zoals te verwachten werd Tokyo de plaats voor FISM '94. De Japanners beloofden ervoor te zorgen dat een 500-tal eerste aanmelders van overzee een speciale groepsprijs zal worden aangeboden. Voor ons, vanaf Schiphol, zou dan een congresprijs ontstaan van ca. f 4800 inclusief twee gala's, luxe hotel en reis.Veertig tot vijftig deelnemers van overzee, die een video en goedkeuring voor deelname aan het concours van hun president opsturen, zullen door een Japans FISM-comité voor een subsidie geselecteerd worden, zodat zij voor minder dan f 3800 van 13 tot en met 18 juli naar het congres kunnen. De kosten voor eten, drinken etc. zijn niet te schatten. Die zijn veel te individueel. Alleen dit: als u eet wat U hier gewend bent zal het veel duurder zijn. Eet U uit de Japanse keuken, dan valt het heus wel mee. Mijn advies: nu beginnen met sparen, eind 1993 gelijk aanmelden want het geheel wordt in 1994 een belevenis.
Concours en jury
Nu terug naar het concours te Lausanne. Toen Jean Garance als FISM-president mij vroeg of ik in de jury wilde gaan zitten, wist ik dat het een zware taak zou gaan worden. Liefst 140 deelnemers al vanaf acht uur 's ochtends beoordelen - en wel zo, dat je met goed geweten kunt zeggen: "Ik heb de punten rechtvaardig verdeeld". Of mij dat zou lukken wist ik niet. Toch heb ik ja gezegd. Vooral om beter te kunnen beoordelen wat er veranderd moest worden om te verhinderen dat aan de verkeerden de prijzen worden toegekend. Met de elders afgedrukte resultaten ben ik het dan ook persoonlijk eens.Een paar kanttekeningen
Er was geen mogelijkheid in de jurykamer om een computergestuurde video-opname van concoursdeelnemers te bekijken wanneer zij ter discussie stonden. Alleen een klein aantal juryleden was in staat zich te herinneren wie wat gedaan had. Toch zou het in 1991 technisch mogelijk (en voor het wereldcongres betaalbaar) moeten zijn om à la minute voor alle juryleden elke willekeurige act de revue te laten passeren. Wat baat het dat de juryleden notities maken van de punten die ze een voorganger gegeven hebben als ze zich zijn act niet meer herinneren en de tijd voor uitgebreide notities tus schien zeggen degenen die in Lausanne waren: "De meerderheid was het toch met het juryresultaat eens? Het functioneert blijkbaar." Ja, met een beetje geluk èn omdat de juryleden die wisten waarover ze het hadden, de anderen nog net op tijd konden beïnvloeden. Mijn voorstel voor een nieuw statuut: "De organiserende vereniging heeft ervoor te zorgen dat in de jurykamer een computergestuurde videotape van alle vertoonde acts ter beschikking staat."Al te gek
Tja, het moet toch van mijn hart. Een nummer dat niets met goochelen te maken heeft, zoals de handschaduw kunstenaar ons als 137ste deelnemer voorschotelde, mag aan een FISM-concours niet deelnemen. De president van zijn land zal wel getekend hebben voor toelating omdat hij geen conventionele straf hoefde te vrezen, maar wel kwade vrienden als hij die handtekening niet had gegeven. Bovendien hebben wij al sinds jaren veel te veel FISM-concours deelnemers. De helft had naar mijn oordeel geen FISM-niveau! Op een wereldcongres mag je toch verwachten dat degenen die naar prijzen dingen internationaal moeten kunnen werken. Tonny van Dommelen zei eens dat wij in Nederland alleen de eerste prijs of grote ereprijs zouden mogen geven aan goochelaars die internationaal geaccepteerd zouden worden. Daar ben ik het volledig mee eens. Hiermee hebben we de sleutel voor nog een nieuw FISM-statuut: "Alleen de hoogste prijswinnaars van nationale congressen mogen aan een FISM-concours deelnemen. Die landen, die wel lid van de FISM zijn, maar geen congressen met concoursen houden, zouden een videoband van de kandidaat aan het organiserende comité kunnen sturen." Met maar max. 80, tot internationaal niveau behorende artiesten, krijgen de wereldkampioenschappen goochelen een hoger niveau! Minder haast-je-rep-je voor jury, deelnemers en organisatoren! Er zal meer plaats zijn voor public relations, meer tijd en aandacht voor pers en tv en daardoor meer openheid. Door een professionele organisatie stijgt gegarandeerd het imago van onze kunst. Dan kunnen wij verwachten dat er meer en beter talent in zo'n klimaat gaat groeien. Een aangenaam neveneffect: de nationale concoursen worden belangrijker!Wantoestanden
Hierboven had ik het over professionele organisatie. De statuten zoals ze er nu liggen verhinderen zo'n organisatie. Er wordt te veel gerommeld, daardoor ontstaan wantoestanden. Een voorbeeld: een eerste prijs manipulatie word aan Topas toegekend. U kent hem wellicht uit Den Haag. Ondertussen is het een jonge man van 18 jaar met frisse ideeën geworden. Zijn act werd zeer vlug en jeugdig in stijl gepresenteerd. U zult begrijpen dat ook ik hem het nodige aantal punten voor de eerste prijs manipulatie gegeven heb. Maar toch, de man achter deze jongen is, overigens een zeer sympathieke leraar Duits, wiskunde en geschiedenis: Eberhard Riese. En die was lid van de jury! Hij heeft zich in de de jury bescheiden gedragen. Gelukkig had Topas geen discussie nodig. Beiden alsnog gefeliciteerd. Maar dit had fout kunnen gaan. De kans op zo'n misstand moet per statuut veranderd worden! Men zou bijvoorbeeld elk jurylid kunnen verplichten op straffe van een boycot voor toekomstige FISM-congressen een verklaring te ondertekenen waarin staat dat hij geen persoonlijke betrekkingen met een concoursdeelnemer heeft (als vriend, coach, familielid, clublid, etc.).Laagtij
En de Nederlanders? Ze eindigden in de middenmoot. Het is niet anders. Troosten wij ons met de gedachte dat Nederland langer dan twee decennia het Mekka van de goochelkunst was? Nu betreuren we laagtij met zelfs geen enkele prijswinnaar in het verschiet. Of is er hoop? Natuurlijk wel. We hebben veel informatie over wat goed is. Onze kwaliteitsfilosofie voor de jaren '90 kan een ontwikkeling voorbereiden die weer voor hoogtij in Nederland zal zorgen. De ontwikkeling op wereldniveau moet echter ondersteunend werken. Dat kan alleen met nieuwe FISM-statuten. Ik persoonlijk ben ervan overtuigd dat goede goochelkunst in een wedstrijdvorm en aan het grote publiek gepresenteerd met de wereldpers en ander media, een ongekende vlucht kan nemen. Maar we moeten wel vriendelijk tegen de journalisten zijn en we moeten ze informeren, uitnodigen en door zorgvuldige selectie kwaliteit bieden. Anders krijgen we hun hulp niet! Vandaar dat ik wil besluiten met de twee allerbelangrijkste zaken die vóór 1994 dienen te worden geregeld. Ten eerste: "Zorg voor statuten die een zorgvuldige selectie mogelijk maken." Ten tweede: "Zorg voor statuten die omvangrijk p.r.-werk en open armen voor de media mogelijk maken."Harry Thiery/Di Sato
vice-voorzitter NMU
Dit artikel is gepubliceerd op maandag 21 maart 2016 om 09.21 uur en komt uit de Informagie (jaargang 3, nummer 1, september/oktober 1991), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.