U bent op zoek naar een goochelaar? Bel 0318-727828 of 06-20285267, of mail naar info@goochelaars-nederland.nl.
Home | Goochelen | Uit de oude goocheldoos | Ongeschreven regels (2)
Ongeschreven regels (2)
Wanneer u in een café een krant hebt uitgelezen, laat u die krant dan achteloos op de grond vallen? Als u in een restaurant uw diner hebt beëindigd, gooit u dan mes, vork en servet onder tafel? Als u bij kennissen een sigaar hebt gerookt, werpt u dan de peuk op het tapijt? Nee, natuurlijk niet. Het ter plekke laten vallen van alles wat je niet meer nodig hebt, getuigt simpelweg van slechte manieren. Waarom, zo vraag ik me af, vinden veel goochelaars het dan de normaalste zaak van de wereld alles wat ze gebruikt hebben op de toneelvloer te smijten? Geproduceerde speelkaarten en sigaretten, afgeknipte stukken touw, snippers, confetti, eindeloze streamers - hup, smak maar op de grond die handel.Er zijn twee goede redenen om met deze kwalijke gewoonte te breken. In de eerste plaats ziet het er vanuit de zaal - en vooral van het balkon - slordig, nonchalant en in hoge mate amateuristisch uit. De tweede reden is nog belangrijker. Geen enkel chic restaurant, geen enkele nachtclub zal u ooit een tweede keer engageren, wanneer u na uw optreden het parket als een vuilnisbelt achterlaat. De eigenaar van de zaak zal noodgedwongen obers met een bezem de rommel laten opvegen, maar een tweede engagement kunt u echt vergeten. Het is dus puur eigenbelang om een andere oplossing te zoeken. De simpelste is om voor een fraai rekwisiet te zorgen, waarin alles kan verdwijnen en dat later in één keer weggehaald kan worden. Opgeruimd staat netjes; sterker nog, een schoon toneel na afloop verhoogt de standing van het nummer.
Tempo
Jaren geleden zat ik eens samen met Henk Vermeyden een goochelnummer te bekijken. De artiest had zeker talent, maar de opbouw van het nummer rammelde aan alle kanten. Henk zei na afloop: "Als hij een leerling van me zou zijn, zou ik beginnen er minstens drie minuten geklooi uit te halen". Die uitspraak schiet me tijdens congressen nog weleens te binnen. 'Geklooi' betekent hier onder meer: herhaling van een effect; overbodige handelingen en bewegingen; te lang doorgaan met iets. Een paar voorbeelden. Een manipulator die eerst laat zien wat hij allemaal met munten kan doen en vlak daarna een biljartbalroutine vertoont, loopt het gevaar dat het publiek tweemaal hetzelfde denkt te zien en zich prompt gaat vervelen. Wees streng in zo'n geval en laat of de munten of de ballen weg. Wie twee tafeltjes zo ver uit elkaar zet dat hij telkens drie stappen moet doen om een rekwisiet te pakken, doet er verstandig aan de plaatsing van die tafels zo te corrigeren dat één stap genoeg is. Wie een goede draaikaart beheerst, overtuigt zijn publiek na zeven of acht kaarten; er is geen enkele reden om 20 tot 30 kaarten te produceren. Door op deze dingen te letten, verbetert u het tempo van uw nummer. Tempo betekent niet haasten, jachten en de trucs afraffelen; tempo is het weglaten van alles dat niet essentieel is voor het bereiken van een effect. Een kwestie van logisch nadenken en veel oefenen.Kleur en licht
Ik weet dat het een stokpaardje van me is, maar ik ben altijd allergisch geweest voor artiesten die in een donker kostuum tegen een zwart achterdoek en op een nauwelijks verlicht toneel met duistere voorwerpen staan te werken. Over dit punt kan ik kort zijn: een toeschouwer wordt er dóódmoe van. Bij 'Les Misérables' heb ik na nog geen drie kwartier half Carré tegen de slaap zien vechten, ook al door die monotone, sufmakende muziek. De vestiairedames van Carré vertelden me dat ze niet één voorstelling hadden meegemaakt, waarbij niet tientallen mensen in de pauze wegliepen. U hoeft het absoluut niet met me eens te zijn, maar de ervaring heeft me geleerd dat een stikdonker toneel de doodsvijand is van light entertainment. De enkele uitzondering bevestigt naar mijn gevoel alleen maar de regel.Muziek
Muzikale begeleiding van een variéténummer: daar zou een boek over te schrijven zijn (misschien doe ik het wel eens). In het kader van dit artikel beperk ik me tot één fout, maar wel eentje die helaas vaak gemaakt wordt. Ik doel op de overgang van het ene muziekje naar het andere. Een bepaalde routine is afgelopen, de volgende truc begint. Die nieuwe truc krijgt een andere begeleidingsmuziek. Prima! Maar wat horen we nu vaak? Aan de eerste muziek zit een outfade, er volgt een secondenlange totale stilte, daarna pas start de nieuwe band. Op die manier maak je zelf het applaus kapot dat je na de eerste truc verwacht. Als er in de showbusiness één ongeschreven regel geldt, is het deze: een versterkt volume lokt applaus uit, een afstervend volume verhindert het. De laatste toon van een lied, het slotaccoord van een orkest, de finale van een revue - het principe geldt voor elk gebied van de showbusiness. Vermijdt u daarom 'witjes' tussen de verschillende melodieën! Werk net zo lang aan de timing tot de nieuwe muziek start op hetzelfde moment dat het applaus voor de vorige truc opklinkt. Zoiets vereist veel tijd, veel zorg en steeds opnieuw controleren en corrigeren. Wie zijn vak of hobby serieus neemt, moet dat er voor over hebben.Zo zijn er talloze 'tricks of the trade' en je kunt ze allemaal leren in de loop van de tijd. Gelukkig hebben jonge goochelaars het anno 1993 een stuk gemakkelijker dan wij vroeger. Vast en zeker ben ik niet de enige die een halve eeuw geleden moeizaam zelf 'het wiel uit moest vinden'. Tegenwoordig kennen we een bloeiend clubleven, er is goede literatuur, er zijn veel dealers die nieuwe impulsen geven, er worden waardevolle lectures gehouden - profiteer daarvan! En als u echt met een schijnbaar onoplosbaar probleem zit, weet dan dat er altijd ervaren collega's zijn die niet te beroerd zijn u met raad en daad terzijde te staan.
In die zin: veel succes in Zwolle!
Dick Harris
Dit artikel is gepubliceerd op zaterdag 5 maart 2016 om 09.32 uur en komt uit de Informagie (jaargang 4, nummer 6, juli/augustus 1993), het Nederlandse vakblad voor de goochelkunst. Het artikel is met toestemming van de eindredacteur geplaatst op deze website.